"Je mag kiezen", zei A toen ze me maandagochtend om 10 uur kwam wekken. "Ofwel gaan we naar de Site du Grand-Hornu ofwel gaan we die deuren verven". Ik kreeg één douche bedenktijd. Terwijl ik onder de warme straal langzaam tot bewustzijn kwam, hoorde ik A al een bed & breakfast reserveren. En zeggen dat ik -that would be a first- voor het verven ging kiezen (niet echt, maar ik had wel veel zin om gewoon thuis te blijven). Kans verkeken!
Henegouwen dus. Voor Bart De Wever is dat misschien het buitenland, maar wij spelen al eens graag toerist in eigen land.
Le Grand-Hornu is een gewezen mijnsite en nu grandioos gerestaureerd. Het huisvest (onder meer) het museum voor hedendaagse kunst van de Franse Gemeenschap. Serieus de moeite. Daar kan ons S.M.A.K. een serieus punt aan zuigen (weliswaar vooral omwille van de locatie).
Op maandagen zijn musea gesloten (ja, dat wisten we op voorhand) dus brachten we een bezoekje aan Aubechies, zogezegd het mooiste dorp van Wallonië (piepklein en vooral beroemd omwille van de archéosite, een openluchtmuseum à la Bokrijk dat we niet bezochten), het schitterende park van het kasteel van Beloeil (het Belgische Versailles) waar twee avonden eerder de 20ste editie van "La Nuit Musicale de Beloeil" had plaatsgevonden (de plaatselijke OdeGand) en Doornik waar we op een terras (jawel!) op de markt lekker en goedkoop gegeten hebben.
En vanavond mocht ik alweer mijn koffer pakken, want morgen begint Pukkelpop!
Tags: Le Grand-Hornu, Henegouwen, Aubechies, Beloeil, Doornik
Geen opmerkingen:
Een reactie posten